Volgens de Wet Verbetering Poortwachter bent u als werkgever verantwoordelijk voor de re-integratie van uw zieke werknemer. Hoewel zowel de werkgever als de werknemer verplichtingen heeft, wordt van u als werkgever aanzienlijk meer verwacht. Als uw re-integratie-inspanningen onvoldoende zijn, kan het UWV een loonsanctie opleggen. Hieronder vindt u de belangrijkste verplichtingen en wettelijke regels die voor u als werkgever gelden in het re-integratieproces.
U moet uw zieke werknemer binnen één week melden bij de arbodienst of bedrijfsarts. Na zes weken stelt de bedrijfsarts een Probleemanalyse op. Deze bevat een inschatting van de beperkingen van de werknemer, het verwachte herstelverloop en advies over werkhervatting. De probleemanalyse is bedoeld voor zowel werkgever als werknemer en vormt de basis voor het verdere re-integratietraject.
Uiterlijk in week 8 stelt u samen met uw werknemer een Plan van Aanpak op, gebaseerd op de probleemanalyse. Hierin wordt vastgelegd op welke manier en binnen welk tijdsbestek werkhervatting mogelijk is. Het uitgangspunt is terugkeer in de eigen functie of een andere passende functie binnen uw organisatie (het eerste spoor). Als al vroeg blijkt dat terugkeer binnen uw organisatie niet haalbaar is, kan het tweede spoor parallel worden voorbereid. Daarnaast bent u verplicht om het contact met uw werknemer actief en constructief te onderhouden. U neemt hierin het initiatief, ook wanneer de werknemer minder goed communiceert.
Bij (dreigend) langdurig verzuim moet u een goed re-integratiedossier bijhouden. Hierin legt u onder meer het verloop van het ziekteproces en alle ondernomen acties vast die gericht zijn op terugkeer naar werk. Bij de melding aan het UWV na 42 weken verzuim en bij de eerstejaarsevaluatie in week 52 actualiseert u dit dossier. De eerstejaarsevaluatie beschrijft hoe de re-integratie is verlopen en wat de plannen zijn voor het tweede ziektejaar.
Als blijkt dat uw werknemer niet kan terugkeren binnen uw organisatie, dan bent u verplicht een re-integratietraject in het tweede spoor te starten. Meestal schakelt u hiervoor een extern re-integratiebedrijf in. Zo'n bureau weet aan welke regels u moet voldoen en beschikt over de expertise om uw werknemer te begeleiden naar passend werk bij een andere werkgever. Het inzetten van re-integratie tweede spoor is, net als het eerste spoor, wettelijk verplicht.
Is uw werknemer na 20 maanden nog niet (volledig) hersteld en aan het werk? Dan stelt u samen met uw werknemer een re-integratieverslag op. Hierin worden alle inspanningen, afspraken en behaalde resultaten vastgelegd. Dit verslag is vereist bij de aanvraag van een WIA-uitkering die de werknemer na 21 maanden indient bij het UWV.
Het Plan van Aanpak moet regelmatig worden geëvalueerd. U en uw werknemer bespreken daarbij de voortgang en bepalen of bijstelling nodig is. De bedrijfsarts kan hierbij adviseren. Ook wijzigingen in de belastbaarheid van de werknemer of de beschikbaarheid van passend werk binnen de organisatie moeten hierin worden meegenomen. Deze evaluaties vormen een belangrijk onderdeel van het re-integratiedossier.
Kom in contact met re-integratiebureaus in uw regio om te voldoen aan al uw re-integratieverplichtingen