Elke zes weken bespreken werkgever en werknemer samen de voortgang van het plan. Op basis van deze gesprekken - en aanvullend contact met de bedrijfsarts - kan het Plan van Aanpak worden bijgesteld. Het eerste uitgangspunt is altijd terugkeer in het eigen werk. Lukt dat niet, dan wordt gekeken naar ander passend werk binnen de organisatie (eerste spoor) of, als dat niet mogelijk is, buiten de organisatie (tweede spoor). Hierbij kan een arbeidsdeskundig onderzoek ingezet worden.
Als het Plan van Aanpak te laat wordt opgesteld, of als één van de partijen onvoldoende meewerkt aan de re-integratie, kan het UWV een loonsanctie opleggen. Twijfels over het plan of de uitvoering kunnen aanleiding zijn voor een deskundigenoordeel. Belangrijk: medische informatie mag niet in het Plan van Aanpak worden opgenomen - ook niet als de werknemer deze zelf deelt. De privacy van de werknemer moet altijd gewaarborgd blijven.
Kom in contact met re-integratiebureaus in uw regio voor vragen over het Plan van Aanpak en re-integratie