Re-integratie 2e spoor mislukt - wat nu?
Een tweede spoor traject vraagt veel van zowel werkgever als werknemer. Vaak zijn er teleurstellingen aan voorafgegaan in het eerste spoor, en is duidelijk geworden dat terugkeer naar de eigen functie niet meer mogelijk is. Daarmee wordt het tweede spoor een cruciale, maar ook spanningsvolle fase in het re-integratieproces. Waarom loopt het tweede spoor in de praktijk regelmatig mis? En wat kun je doen om het wél succesvol te maken? In dit artikel zetten we de oorzaken en succesfactoren voor je op een rij.
Veelvoorkomende oorzaken van mislukte tweede spoor trajecten
- Te late start van het 2e spoor traject - Een tweede spoor traject moet uiterlijk in week 52 van de ziekteperiode starten - dat is zes weken na de eerstejaarsevaluatie. Als de werkgever hiermee te laat begint, blijft er minder tijd over voor begeleiding en plaatsing. Bovendien riskeer je een loonsanctie als het UWV oordeelt dat het traject niet tijdig of serieus is opgestart.
- Onvoldoende planning en begeleiding - Een gebrek aan goede dossiervorming, voortgangsrapportages en persoonlijk contact werkt het falen van het traject in de hand. Werkgevers dragen hierin de regie, maar beschikken vaak niet over de benodigde expertise en tijd.
- Te veel druk op de werknemer - Als een werkgever te snel wil re-integreren - bijvoorbeeld bij psychische klachten - kan dit averechts werken. Denk aan een werknemer met een burn-out die onder druk juist verder achterop raakt.
- Verstoorde arbeidsrelatie -Een slechte verstandhouding tussen werkgever en werknemer staat een open en constructieve samenwerking in de weg. Vertrouwen en communicatie zijn essentieel voor een goed verloop van het tweede spoor traject.
- Onjuiste inschatting door de bedrijfsarts -Hoewel werkgevers mogen vertrouwen op de bedrijfsarts, legt het UWV de eindverantwoordelijkheid uiteindelijk bij de werkgever. Bij een verkeerde inschatting kan dit alsnog leiden tot een negatief oordeel.
- Weinig inzet van de werknemer - Soms werkt een werknemer niet actief mee aan het tweede spoor traject: door niet bereikbaar te zijn, afspraken te missen of geen inspanning te leveren om passend werk te vinden. Dit bemoeilijkt het proces aanzienlijk.
- Zelfstandige uitvoering zonder expertise - Werkgevers die het tweede spoor zelf begeleiden, lopen het risico essentiële onderdelen over het hoofd te zien. Re-integratie is een vak apart. Zonder ervaring of ondersteuning ontbreekt vaak de diepgang en structuur die nodig is.
Wat vergroot de kans op succes?
- Realistisch perspectief op passend werk -'Passend werk' betekent niet per se werk dat de werknemer leuk vindt, maar werk dat past bij zijn of haar mogelijkheden. Wie uitsluitend zoekt naar de ideale baan, verkleint de kans op succesvolle plaatsing.
- Sterke dossiervorming én menselijk contact - Volgens de Wet Verbetering Poortwachter is het cruciaal dat de voortgang van het traject goed wordt vastgelegd. Maar let op: alleen een sterk dossier is niet genoeg. Persoonlijk contact, betrokkenheid en vertrouwen zijn minstens zo belangrijk.
- Voldoende ruimte om terug te keren - Geef werknemers tijd en ruimte om stap voor stap te re-integreren. Forceren werkt vaak averechts, zeker bij langdurige klachten.
- Vroegtijdige start tweede spoor - Veel werkgevers denken dat het tweede spoor pas begint als het eerste spoor is afgerond. Dat klopt niet. Het tweede spoor mag al eerder worden opgestart, mits goed onderbouwd. Zo voorkom je lange inactiviteit en verlies van arbeidsmarktperspectief.
- Juiste inschatting van belastbaarheid - Hoe nauwkeuriger de bedrijfsarts (of een arbeidsdeskundige) de mogelijkheden van de werknemer in kaart brengt, hoe beter het traject afgestemd kan worden.
- Professionele begeleiding - Een gespecialiseerd re-integratiebureau beschikt over de juiste kennis, ervaring en netwerken. Door de begeleiding uit te besteden aan professionals, vergroot je de kans op succesvolle herplaatsing én voorkom je fouten die kunnen leiden tot sancties van het UWV.
Tot slot: voorkom een loonsanctie
Het UWV beoordeelt het tweede spoor traject onder meer op tijdigheid, inspanning, documentatie en resultaat. Bij onvoldoende inzet of fouten in de aanpak kan een loonsanctie volgen, waarbij de loondoorbetalingsplicht wordt verlengd.
Kom in contact met re-integratiebureaus in uw regio voor het begeleiden van tweede spoor trajecten
Terug naar kenniscentrum