Een loonsanctie is een maatregel die het UWV kan opleggen aan een werkgever bij onvoldoende re-integratie-inspanningen. De loonsanctie verplicht de werkgever om het loon van de zieke werknemer maximaal 52 weken langer door te betalen. De werkgever op zijn beurt kan ook maatregelen nemen als een werknemer onvoldoende meewerkt aan de re-integratie.
Het UWV beoordeelt na ongeveer twee jaar ziekte of werkgever en werknemer zich voldoende hebben ingezet voor re-integratie. Dit is vastgelegd in artikel 25 lid 9 van de wet WIA. De wettelijke basis voor maatregelen van de werkgever richting de werknemer is vastgelegd in artikel 7: 629 van het Burgerlijk Wetboek.
Als blijkt dat de werkgever zich onvoldoende heeft ingespannen, dan kan het UWV overgaan op het verlengen van de periode van loondoorbetaling. De werkgever krijgt wel de kans om alsnog aan de re-integratieverplichtingen te voldoen en dan kan de UWV besluiten de loonsanctie in te trekken.
Gevolgen voor de werkgever bij een loonsanctie:
Een werknemer is verplicht om mee te werken aan de re-integratie. Gebeurt dit niet, dan kan de werkgever de volgende maatregelen nemen:
Het UWV onderscheidt twee soorten loonsancties. Bij de administratieve loonsanctie is het re-integratieverslag onvolledig of te laat aangeleverd. Dit kan resulteren in het uitstellen van de WIA-aanvraag en het verlengen van de loondoorbetalingsplicht. Bij de inhoudelijke loonsanctie zijn onvoldoende re-integratie-inspanningen verricht. Denk daarbij aan het onvoldoende zoeken naar passend werk binnen (1e spoor) of buiten de organisatie (2e spoor). De gevolgen zijn hetzelfde als bij de administratieve loonsanctie, maar dan gebaseerd op inhoudelijk falen in de re-integratiebegeleiding.
Vind een re-integratiedeskundige
Zoek contact met re-integratieprofessionals in uw regio voor loonsancties en re-integratiebegeleiding.