re-integratie kiezen logo

Stiekem volgen van zieke werknemer komt werkgever duur te staan

12-09-2023- Bart Langereis

De online supermarkt Pieter Pot moet na een uitspraak van de kantonrechter in Rotterdam een zieke werkneemster 36.000 euro betalen. Het bedrijf had rechercheurs ingeschakeld om de werkneemster te volgen. Daarop volgde een felle confrontatie.

Uitbundig dansen op een festival

De - inmiddels - ex-werkneemster werkte al enkele jaren voor Pieter Pot. De vrouw meldde zich medio 2021 ziek omdat ze kampte met ernstige nekklachten. Zowel de bedrijfsarts als neuroloog stelden vast dat er inderdaad sprake was van ernstige nekklachten. Zes weken na de eerste ziekmelding liet het bedrijf weten dat de functie van de vrouw zou komen te vervallen. De vrouw weigerde in te stemmen met het voorstel tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Feitelijk zouden de werkgever en werknemer een re-integratietraject moeten starten. Maar het bedrijf volgde een andere aanpak. Na vijf maanden ziekte besloot het bedrijf de vrouw door rechercheurs te laten volgen. Uit de bevindingen van twee weken rechercheren zou blijken dat de werkneemster met zware vuilniszakken en kattenvoer de trap opgelopen was en dat ze uitbundig had staan dansen op een festival. De werkgever confronteerde de werkneemster met de bevindingen. Er volgde ontslag op staande voet, omdat ze gelogen zou hebben over haar nekklachten. De werkneemster ging niet akkoord met het ontslag en stapte naar de kantonrechter.

Amateuristisch handelen

De kantonrechter oordeelde dat het laten volgen van werknemers slechts aanvaardbaar is onder zeer bijzondere omstandigheden. De werkgever baseerde zijn maatregelen op een vermoeden en dat vond de rechter in dit geval buitenproportioneel. Dat het onderzoeksrapport vraagtekens opriep was begrijpelijk, maar de conclusie was onvoldoende gefundeerd. Er was geen sprake van enige medische onderbouwing en het bedrijf was te snel overgegaan tot ontslag op staande voet, zonder eerst de bedrijfsarts te raadplegen. Volgens de uitspraak van de rechter kon uit de rapportage niet worden afgeleid dat de werkneemster tegen de bedrijfsarts zou hebben gelogen, of dat zij feitelijk meer kon dan door haar aangegeven. De kantonrechter veroordeelde de werkgever tot de betaling van de reguliere ontslagvergoeding, achterstallig loon inclusief 25% strafverhoging en het salaris over de opzegtermijn. Daarnaast moet de werkgever een schadevergoeding betalen wegens het verwijtbaar handelen. De werkneemster eiste een schadevergoeding van 50.000 euro, maar de rechter reduceerde het geëiste bedrag met 30.000 euro, gezien de slechte financiële positie waarin het bedrijf verkeerde ten tijde van de uitspraak. Al met al kostte deze amateuristische handelswijze de werkgever 36.000 euro.


Terug naar blog