Outplacement en re-integratie tweede spoor lijken op elkaar omdat beide trajecten gericht zijn op het vinden van een nieuwe baan bij een andere werkgever. Toch zijn er belangrijke verschillen, met name in de aanleiding, de verplichtingen en het juridische kader. In dit artikel leggen we helder uit waar beide trajecten in de praktijk op neerkomen en wanneer welke vorm van begeleiding van toepassing is.
Outplacement wordt ingezet wanneer een werknemer zijn of haar baan verliest of dreigt te verliezen, bijvoorbeeld door een reorganisatie, een arbeidsconflict of een beëindiging met wederzijds goedvinden. Het doel is om de werknemer te ondersteunen bij het vinden van passend werk buiten de organisatie. Outplacement is een vrijwillig traject: het is niet wettelijk verplicht, maar kan onderdeel zijn van een sociaal plan of ontslagregeling. De werknemer is in dit geval niet langdurig ziek, maar heeft begeleiding nodig bij het maken van een nieuwe start op de arbeidsmarkt.
Bij re-integratie tweede spoor is er wél sprake van langdurige ziekte. Als een werknemer binnen de eigen organisatie niet (volledig) kan terugkeren, dan zijn werkgever en werknemer verplicht om samen te zoeken naar passende arbeid bij een andere organisatie. Deze verplichting komt voort uit de Wet Verbetering Poortwachter. Werkgevers die hierin tekortschieten riskeren een loonsanctie van het UWV. Ook van de werknemer wordt actieve deelname verwacht. Re-integratie tweede spoor is dus een juridisch vastgelegd traject met duidelijke regels en verantwoordelijkheden voor beide partijen.
Kom in contact met re-integratiebedrijven en outplacementbureaus in uw regio voor begeleiding bij trajecten