Een re-integratietraject tweede spoor duurt doorgaans tussen de zes en twaalf maanden. Deze periode wordt benut om een werknemer die (langdurig) ziek is en niet meer kan terugkeren naar zijn of haar eigen functie, te begeleiden naar passend werk bij een andere werkgever. De exacte duur van het traject hangt af van diverse factoren, zoals de leeftijd van de werknemer, het arbeidsverleden, het opleidingsniveau en de kansen op de arbeidsmarkt.
Voor werkgevers is het belangrijk om te weten dat het tweede spoor uiterlijk in week 52 van het ziekteverzuim moet worden gestart. Dit is geen vrijblijvende richtlijn, maar een harde voorwaarde. Als het tweede spoor te laat wordt ingezet en het traject na twee jaar geen resultaat oplevert, kan het UWV besluiten dat de werkgever onvoldoende heeft gedaan aan re-integratie. Dit kan leiden tot een loonsanctie, waarbij het loon van de werknemer langer moet worden doorbetaald.
Hoewel de meeste trajecten zes tot twaalf maanden duren, kan de duur in de praktijk afwijken. Als er bijvoorbeeld snel passend werk wordt gevonden, kan het traject eerder worden afgerond. Aan de andere kant kan het ook langer duren als de re-integratiekandidaat meer begeleiding nodig heeft of als de arbeidsmarkt weinig mogelijkheden biedt. Daarom is het belangrijk om het traject goed te monitoren en regelmatig te evalueren, in samenwerking met de arbodienst of re-integratiecoach.
Kom in contact met re-integratiebureaus voor tweede spoor trajecten