Tijdens het re-integratietraject hebben zowel werkgever als werknemer wettelijke verplichtingen. Werkt een werknemer onvoldoende mee aan zijn of haar re-integratie, dan kan dit het proces ernstig verstoren. Gelukkig heeft u als werkgever verschillende middelen om hierop te reageren. In dit artikel leest u welke stappen u kunt nemen en welke sancties mogelijk zijn.
Een werknemer die (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is, moet actief meewerken aan zijn of haar terugkeer naar werk. Dit houdt onder andere in: het nakomen van afspraken met de bedrijfsarts of arbodienst, het meewerken aan passend werk, en beschikbaar zijn voor communicatie. Wanneer een werknemer hierin tekortschiet, kan er sprake zijn van onvoldoende medewerking aan de re-integratie.
Voordat u formele stappen onderneemt, is het belangrijk om het gesprek aan te gaan. Bespreek met de werknemer waarom de medewerking tekortschiet en wat u van hem of haar verwacht. Dit voorkomt misverstanden en geeft de werknemer de kans om zijn gedrag te verbeteren. Vaak leidt zo'n gesprek al tot verbetering.
Blijft verbetering uit, dan volgt de volgende stap: een schriftelijke aanmaning waarin u de werknemer wijst op zijn verplichtingen en de mogelijke gevolgen. Als ook dat geen effect heeft, mag u het loon tijdelijk stopzetten. Let op: dit mag alleen als u kunt aantonen dat de werknemer verwijtbaar niet meewerkt en u hem hiervan tijdig en schriftelijk op de hoogte heeft gesteld. Zodra de werknemer weer meewerkt, hervat u de loonbetaling.
In zeer ernstige gevallen, bijvoorbeeld bij herhaaldelijke en opzettelijke tegenwerking, kan ontslag op staande voet overwogen worden. Dit is een zware maatregel en brengt juridische risico's met zich mee. Een kantonrechter beoordeelt achteraf of het ontslag terecht was. Als dat niet het geval is, loopt u het risico dat u het loon alsnog moet betalen of dat de werknemer in dienst blijft.
Kom in contact met re-integratiebureaus in uw regio voor re-integratiebegeleiding