We spreken met Stijn Happel, directeur van Happel Company. In dit interview deelt hij zijn visie op re-integratie, geeft hij praktische adviezen aan werkgevers en werknemers, en vertelt hij over de nieuwe UWV-diensten die dat jaar de IRO-trajecten gaan vervangen. Ook blikt hij vooruit op de toekomst van de re-integratiemarkt.

"Re-integratie omvat alle activiteiten die nodig zijn om iemand die langdurig is uitgevallen, stap voor stap terug te begeleiden naar werk," legt Happel uit. "Als re-integratiebedrijf worden wij meestal ingeschakeld wanneer werkhervatting bij de eigen werkgever niet meer mogelijk is. Dan start het zogenoemde tweede spoor, waarbij we samen met de cliënt werken aan het vinden van passend werk bij een andere werkgever. Vaak wordt dat na ongeveer een jaar ziekte door de bedrijfsarts geadviseerd. Dat is het moment waarop wij in beeld komen."
Volgens Happel bestaat zo'n traject uit drie samenhangende fases. "We beginnen met het in kaart brengen van de mogelijkheden van de cliënt, rekening houdend met de beperkingen en persoonlijke wensen. Dat levert een helder profiel op. Vervolgens koppelen we dat profiel aan de arbeidsmarkt: we onderzoeken waar vraag is naar de capaciteiten van de cliënt. In de laatste fase helpen we de medewerker daadwerkelijk aan het werk, bijvoorbeeld via een stage, werkervaringsplek of detachering. Zo bouwen we stap voor stap aan duurzame werkhervatting. Daarnaast besteden we veel aandacht aan praktische zaken als een goed cv, netwerkstrategie en effectief gebruik van social media."
"Ons werkgebied beslaat de Randstad en een deel van Zuid- en Oost-Nederland," vertelt Happel. "We werken in steden als Den Haag, Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Eindhoven en Arnhem, maar ook in omliggende plaatsen zoals Haarlem, Leiden, Delft en Capelle aan den IJssel. Daar maken we gebruik van flexibele coachruimtes die we per traject huren."
"Het begint met goed voorbereid zijn," zegt Happel. "Wees als werkgever op de hoogte van de regels en je verantwoordelijkheden, en laat een verzuimtraject niet op zijn beloop. Met een zorgvuldige en actieve verzuimbegeleiding kun je veel problemen voorkomen. Als het tweede spoor eenmaal gestart is, brengt dat onvermijdelijk kosten met zich mee: een goed traject kost tijd en dus geld."
Happel waarschuwt dat te veel bezuinigen averechts kan werken. "Natuurlijk wil je als werkgever de kosten beperken, maar goedkoop kan duurkoop zijn. Het UWV kan een loonsanctie opleggen wanneer blijkt dat er te weinig aan re-integratie is gedaan. Goed werkgeverschap betekent oog hebben voor het belang van de medewerker, ook al hangt daar een prijskaartje aan. Wij proberen altijd in overleg met de werkgever tot een realistische aanpak te komen. Vaak starten we met een periode van drie tot zes maanden, waarin we samen resultaatgericht werken. Daarna kijken we verder. Het belangrijkste is dat de medewerker weer duurzaam aan het werk komt en dat de werkgever niet voor verrassingen komt te staan."
"Ik las ooit: 'Ziekte overkomt je, maar verzuim is een keuze.' Dat is wat zwart-wit geformuleerd, maar het onderstreept dat je als werknemer wél invloed hebt op het verloop van je re-integratie," zegt Happel. "Blijf in gesprek met je werkgever, denk actief mee en kom met voorstellen. Misschien kun je tijdelijk aangepast werk doen of op een andere afdeling meedraaien. Hoe actiever je bent, hoe meer regie je houdt over je eigen proces. Daarmee vergroot je ook de kans op een succesvolle terugkeer naar werk en voorkom je inkomensverlies."
"Dat klopt," zegt Happel. "Tot nu toe gaat het om de zogenoemde IRO-trajecten, bedoeld voor mensen met een Ziektewet- of WIA-uitkering. Maar het UWV heeft aangekondigd dat deze IRO's per 1 juli 2016 worden vervangen door twee nieuwe diensten: Werkfit Maken en Naar Werk. Eigenlijk wordt het bestaande re-integratietraject daarmee in tweeën gesplitst, zodat het UWV meer regie krijgt over de duur en inhoud van de dienstverlening."
Happel Company is op dat moment bezig met de aanbestedingsprocedure om ook deze nieuwe trajecten te mogen uitvoeren. "Als dat lukt, kunnen cliënten met een UWV-uitkering ook in de toekomst bij ons terecht. Net als bij de IRO kunnen zij in overleg met het UWV zelf een re-integratiebureau kiezen. Wij nodigen hen altijd uit voor een vrijblijvend kennismakingsgesprek, zodat ze goed kunnen bepalen of onze aanpak bij hen past."
"De re-integratiemarkt is voortdurend in beweging," zegt Happel. "Dat is niet vreemd, want het onderwerp raakt veel partijen: werkgevers, werknemers, overheid, uitkeringsinstanties en verzekeraars. Er spelen grote belangen en geldstromen. Wij proberen echter niet te veel op trends te focussen. Ons uitgangspunt is altijd de individuele cliënt en diens werkgever. Als we die goed helpen - met een passende werkhervatting voor de medewerker en kostenbesparing voor de werkgever - dan doen we waar het echt om draait. En verandert de regelgeving, dan passen wij ons aan. Dat hoort bij ons vak."
Terug naar blog